De speen: een vloek of een zegen?

Voor veel ouders is de speen een echte redder in nood, vooral op momenten dat je baby maar niet wil slapen. Voor anderen is het juist een bron van ergernis. En eerlijk is eerlijk: die haat-liefdeverhouding met de speen is goed te begrijpen.

Sommige baby’s vallen er heerlijk mee in slaap, waardoor ouders ook wat meer rust krijgen. Maar bij andere kindjes zorgt de speen juist voor onrust en gebroken nachten.

Hoe zit dat nu precies met die speen?

 

De speen als troost

Een speen is helemaal niet slecht. Integendeel: het kan je baby juist helpen bij het slapen. Vooral wanneer je baby zelf de speen weer in de mond kan stoppen, kan dat veel rust geven. Jij hoeft dan minder vaak uit bed, en je baby leert zichzelf te troosten.

Het zuigen op een speen werkt bovendien rustgevend. Het helpt bij onrust, verdriet of als je kindje ziek is. Ook vervult de speen in de eerste maanden de natuurlijke zuigbehoefte van je baby, een behoefte die niet altijd met voeding te maken heeft. Dat kan voor zowel baby als ouder prettig zijn.

Van moeders die borstvoeding geven hoor ik ook vaak dat hun baby de tepel als speen gebruikt. Dan kan het ook fijn zijn om een speentje te introduceren. Voor borstgevoede kindjes zijn dit heel fijne speentjes. 

Wanneer de speen een onruststoker wordt

De keerzijde? De speen valt vaak uit zodra je baby in slaap valt en de mond ontspant. Als je baby de speen nog niet zelf kan terugdoen, kan hij wakker worden en gaan huilen. Dat betekent: onrustige nachten, voor je kindje én voor jou.

De meeste baby’s kunnen rond 7 à 8 maanden motorisch gezien een speen zelf terug in hun mond doen. Maar dat betekent niet dat ze het ook daadwerkelijk doen. Vaak blijven ze toch nog om hulp vragen. 

Een ander lastig moment is het afbouwen van de speen. Sommige kindjes hebben moeite om zonder speen te slapen. Dat kan een uitdaging zijn wanneer je wilt stoppen, en dat proces gaat soms gepaard met wat tranen en onrust.

 

Wel of geen speen?

De speen heeft dus voor- en nadelen. Het belangrijkste is dat je kijkt wat werkt voor jouw kindje en jouw gezin.

• Werkt de speen goed en verstoort hij de slaap niet? Dan is dat prima.
• Wordt de slaap juist onrustiger door de speen? Dan kun je nadenken over andere manieren om je baby te helpen slapen.

 

Tips voor ouders

🍼 Tussen de 6 en 8 maanden?
Oefen overdag met het zelf pakken en terugdoen van de speen. Dat maakt het ’s nachts makkelijker.

🍼 Ouder dan 8 maanden?
Als je baby de speen al zelf kan pakken en kan terugdoen, wacht dan ’s nachts even voordat je helpt. Zo geef je hem de kans om het eerst zelf te proberen.

🍼 Stoppen met de speen?
De zuigbehoefte neemt vaak af rond de 6 maanden. Je kunt dan besluiten om te stoppen. Doe dat het liefst in één keer. Dat is even pittig, maar zorgt voor duidelijkheid en rust, voor iedereen. Vanaf 8 maanden wordt een speentje vaak een emotioneel ding. Probeer dan wel vast te houden aan de speen en je baby leren om hem zelf te pakken. 

Tot slot

Er is geen goed of fout of een perfecte aanpak die voor elk kind werkt. De speen kan een fijne hulp zijn, maar ook een uitdaging wanneer je baby tijdelijk wat onrustiger slaapt. Kijk vooral wat bij jullie past!

 

Liefs, Anne